De historie van ons bedrijf
Reeds ruim voor de Tweede Wereldoorlog is de grondlegger van het huidige wegenbouwbedrijf, Dieks Loohuis, naast zijn boerderij in Albergen begonnen in de wegenbouw met de aanneming van grondverbeteringen, rioleringen en wegverhardingen.
Veelal gebeurde dit met paard en wagen, kiepkarren, draglines, stoomwalsen, en veel handwerkkrachten. Vele werkzaamheden gebeurden handmatig en een personeelssterkte van 60 tot 80 werknemers was meer regel dan uitzondering.
Geen zonen
De beide zonen van oprichter Loohuis voelden niets voor het wegenbouwbedrijf en in de jaren rond 1955 kwam schoonzoon Jan Lansink, die als opzichter bij de Grontmij werkte, in het
bedrijf. Onder zijn leiding zijn vele gronden in cultuur gebracht en tevens vele zandwegen in Twente handmatig voorzien van een goede en stevige onderlaag. Na verloop van tijd trok oprichter Loohuis zich helemaal terug uit het bedrijf.
Wegenbouw Lansink
In 1958 nam Jan Lansink het bedrijf over waarbij ook de naam Loohuis verdween en het bedrijf werd voorgezet onder de huidige naam Wegenbouw Lansink. De vestigingsplaats van het bedrijf werd toen Saasveld in plaats van Albergen, aan de Bornsestraat 48 (thans Loodijk 2). De hydrauliek had inmiddels zijn intrede gedaan, evenals de verwerking van beton en asfalt.
In de jaren rond 1980 namen zoon Henk, dochter Fien en schoonzoon Bertie het bedrijf over. De vernieuwing deed zijn intrede. Toepassen van nieuwe technische ontwikkelingen en de invoer van kwaliteitssystemen. Machines en vervoersmiddelen moesten voldoen aan de Europese norm- en regelgeving. Computers deden tevens hun intrede in de maatschappij evenals de Europese ISO normering met daarnaast de VCA. Vanaf 1996 is het bedrijf ISO en VCA gecertificeerd en wordt er gewerkt volgens deze normen en regelgeving.
Tegenwoordig is de 4e generatie werkzaam in het familiebedrijf. Het bedrijf is uitgegroeid tot een goede en financieel gezonde onderneming met ongeveer 40 personeelsleden in vaste dienst. Ontwikkelingen op het gebied van communicatie, informatica en techniek gaan enorm snel, maar daarnaast blijven waarden en normen heel belangrijk. Martine Kleizen, kleindochter van opa Lansink, zet het familiebedrijf voort. Hierbij wordt ze bijgestaan door de bedrijfsleiders en (op de achtergrond) haar ouders met hun jarenlange kennis en ervaring.
Met behulp van een hecht team van gemotiveerde mensen werkt ieder om de kwaliteit van de werken te waarborgen en zo ook de orderportefeuille gevuld te houden. Daarnaast zijn het onderhouden van goede contacten met de verschillende opdrachtgevers zeer belangrijk; de klanten moeten immers tevreden zijn over het uitgevoerde werk. Het stimuleren van de ontwikkeling (o.a. d.m.v. opleidingen) van de medewerkers neemt een grote plaats is. Om met het bedrijf mee te groeien de toekomst in wordt ook van hen verwacht dat ze zich actief ontplooien.